Met uw collega controllers heeft u een verhitte discussie over de kasstroom van de organisatie.  Volgens collega 1 hoort vergroting van het bankkrediet niet bij de definitie van de liquide middelen en mag je deze pas als kasstroom tonen als deze ook wordt aangewend. Collega 2 geeft aan dat we 0,5% per jaar betalen voor de faciliteit en dat je hem daarom ook moet meenemen in de definitie.  Immers, hij is beschikbaar. Net als bijvoorbeeld contante liquide middelen in een doos; die neem je ook mee door het “zijn”  en niet pas als je het aanwendt. Er worden oude schoolboeken bijgehaald en weddenschappen afgesloten: